H20 wil eerste Nederlandse esports-opleiding aanbieden

Twee sportmannen die zich willen verbinden met de jeugd en ze helpen om hun potentie binnen esports te bereiken. Het klinkt misschien wat gek, maar dit is wel wat het doel is van Matthijs Vink en Dirk Tuip, twee topsporters die het project H20 zijn begonnen. We waren bij de aankondiging van het project en spraken met beide heren over hun visie voor het bedrijf.

Van Purmerend het ‘Papendal van esports’ maken. Dat is het doel dat H20, spreek uit als age twenty, op zich heeft genomen, zo zegt Dirk Tuip, oprichter van het bedrijf.

Echter, H20 is niet een dertien-in-een-dozijn-bedrijf. In Nederland zijn er al enkele andere bedrijven die zich ook op de esports-markt richten. Denk aan de Esports Game Arena in Alphen aan den Rijn. Toch is H20 anders. Waar de Game Arena een plek is om met vrienden te hangen, wil H20 het breder aanpakken. “We gaan opleidingen huisvesten, beter maken, anders maken. We gaan startups faciliteren, begeleiden en ook gevestigde bedrijven een plek geven om in IT en esports iets te kunnen doen”, zegt Matthijs Vink, medeoprichter van H20. “Het grote voordeel is dat we een evenementenlocatie hebben waar permanent esporters komen en evenementen plaatsvinden, waardoor we met elkaar samenwerken. Het is een community campus-idee. Het totale concept is dus groter dan alleen de esports-arena, maar die arena is eigenlijk de grote trekker om talent te herkennen en een kans te geven om óf beter te worden als gamer, óf een maatschappelijke opleiding of carrière te gaan doen.”

H20 als sportclub

Beide oprichters spreken over een toekomst waarin je als jongere met een passie voor esports terecht kan in Purmerend. “We zien dit echt als een sportclub”, zegt Tuip. “Je komt binnen, koopt een los ticket en vervolgens zie je hier dingen die je nergens hebt gezien. We willen ze inspireren om terug te komen. We willen ook trainers en coaches hebben, we willen dat hier wedstrijden zijn. De jeugd moet weten dat ze hier terecht kunnen om beter te worden in de game.” Tuip wil de voetbalclub als model nemen voor hoe het ook moet gaan bij H20.

Vink vult aan: “Ik denk dat de business van esports in Nederland nog niet ver genoeg is om je alleen te focussen op topsport, dus we geloven in de combinatie van topsport en een sportclub. Net zoals een club een breedte tak heeft en een topsport tak zoals in korfbal of voetbal. Natuurlijk moet je met vrienden kunnen komen en vanuit daar zal een percentage zijn die er iets meer mee wil doen, en die zullen geïnspireerd raken om dat ook te doen.”

Vervolgopleiding

Het ideaalbeeld is een enorme campus die mensen vanaf jongs af aan al prikkelt. “We weten dat jongeren vanaf 10 jaar ook al gamen, die misschien nog niet bezig zijn met de vervolgopleiding of de maatschappelijke carrière, maar we willen wel dat ze goed begeleid worden”, zegt Vink. “Dat ze gezien worden, dat ze hier hun passie kunnen uitoefenen en dat we ook de ouders helpen door te zeggen: je kind heeft een passie. Misschien snap je daar niet zo heel veel van, maar er is een wereld waar je terecht kan met je vragen en waar we kunnen helpen.”

H20 wil dan ook esports als topsport zien, en bij topsport hoort een goede opleiding. Die goede opleiding leidt tot een goede baan. “School sluit niet aan op bedrijven”, stelt Tuip. “Wat er gevraagd wordt bij bedrijven is een mismatch met wat er op school wordt gegeven. De technische revolutie gaat zo snel dat scholen het niet kunnen bijbenen. Ik geloof dat het onderwijssysteem op de schop moet. Als je kijkt naar gaming, daar is het nog erger. Gaming loopt zelfs voor op het bedrijfsleven.”

Esports is innovatief

Tuip bedoelt daarmee dat de gaming wereld veel innovatie voortbrengt. Denk aan streamen en de opkomst van influencers. Volgens Tuip hebben ze allemaal een oorsprong in de wereld van games. Moderne bedrijven kunnen deze facetten nog niet optimaal benutten, terwijl de jeugd van tegenwoordig dit soort dingen met de paplepel krijgt ingegoten. Daarom komen er ook bedrijven op de campus, zodat het voor diegene met een passie voor esports makkelijker wordt gemaakt om die passie op één of andere manier tot uiting te brengen. De verbinding tussen werkgever en werknemer wordt zo gestroomlijnd.

Die verbinding is belangrijk omdat niet iedereen professioneel esporter kan of wil worden. Voor die mensen die niet kunnen uitgroeien tot de Johan Cruijff van gamen biedt H20 de manier om jezelf op het vlak van IT te ontwikkelen en daarin een mooi bestaan te vinden. “In de doelgroep van IT’ers en ICT’ers is er een zeer groot percentage mensen die passie heeft voor gamen en esports. Het is niet per definitie dat we ze willen opleiden in een IT-job, maar het is wel het concept waar we voor willen gaan want daar liggen de meeste kansen”, zegt Vink. “Uiteindelijk denk ik dat als dit groeit, dat ze veel breder opgeleid kunnen worden.”

Een combinatie van naar school gaan en opgeleid worden, maar tegelijkertijd ook een topsportmentaliteit hebben, waarbij je in esports wilt komen en dus voor je beroep moet gamen. Beide sporters spreken over de lange uren die ze moesten maken om goed te worden in hun tak van sport, en diezelfde discipline verwachten ze van de professionals in de dop. Zijn ze dan niet bang dat zoveel gamen op den duur negatieve effecten hebben? Als het aan beide sporters ligt niet; ze denken dat gamen op het allerhoogste niveau eenzelfde toewijding vereist als topsport dat doet. Dit betekent dus dat je mentaal en fysiek in topvorm moet zijn. “Er zullen geen mensen binnenlopen of binnen blijven die alleen maar gamen en niets daarnaast doen”, zegt Vink. “Ik heb in de afgelopen jaren veel gemerkt met esporters en professionals, die hebben hetzelfde leven als ik gehad als sporter. Dat is inderdaad mentaal, fysiek, goede rust, teambuilding en trainen. Alleen ik rende heen en weer, maar deze jongens hebben ook fysieke begeleiding en training nodig. Het zijn allemaal gezonde jongens, alleen het beeld is anders en daar moeten we aan werken. Dat het niet alleen maar gamen is en negatieve dingen doen. We blijven positief.”

Tuip sluit zich daar volledig bij aan: “Ik denk dat de gamewereld heel veel van topsport kan leren. Daar ligt een stuk waarvan ik sta te popelen om in te springen, want ik geloof niet dat je kan presteren als je niet alles op orde hebt. 20 uur per dag gamen is het ook niet. Daar moet balans in. Naar die optimale balans zoek ik samen met teams, manager, esporters en faciliteit.”

Esports is niet te stoppen

Het zoontje van Dirk Tuip komt langs om te vragen wat papa aan het doen is, en of hij alsjeblieft zijn mobiel mag lenen om te gamen. Tuip moet lachen en glundert terwijl hij zijn telefoon geeft aan het knulletje. “Dit vind ik fantastisch. Hij werkt als een spiegel voor me. Je kan gamen niet tegenhouden. Doen ze het niet thuis, dan doen ze het wel bij een vriendje. We willen een plek bieden waar er overzicht is. We willen structuur bieden. Ik vind het heel mooi om te zien hoe het allemaal bij elkaar is gekomen. We zijn nu drie jaar bezig en het is steeds scherper en scherper geworden. De driehoek is duidelijk: gaming, esports, en creative tech. Educatie is daarin heel belangrijk. Ik hoop dat we dat allemaal hier kunnen faciliteren.”

Het nieuwe project is ook een kans om eindelijk het maatschappelijke debat over games positiever te maken. “Mensen doen alsof het, het grootste probleem onder de jeugd is. Wij hebben de functie om het in positieve banen te leiden. Je kan er veel van vinden, maar feit is dat negentig procent van de jongeren gamet”, zegt Vink. “De functie in de maatschappij is misschien net wat anders dan boer of bakker, maar uiteindelijk is wel een groot deel van de maatschappij ermee bezig. Je kan het negatief brengen, in een hoekje stoppen, en klein houden, of je kan het kansen geven, zodat het iets kan betekenen voor deze generatie.”

Vijf jarenplan

Hoe je het ook wendt of keert, steun krijgt H20 zeker. Ook van de overheid, want de gemeente Purmerend zal het project minstens vijf jaar ondersteunen via onder andere huurkortingen. De vraag is: waar wil H20 zelf over vijf jaar staan? “We kunnen toegroeien naar een platform”, zegt Tuip. “Niet alleen deze locatie, maar meer samen met partners een ecosysteem worden voor de ontwikkeling van esports in Nederland. Net zoals Papendal het nationale trainingscentrum is, willen wij dat Purmerend het Papendal van Nederland wordt op het gebied van gaming en esports. Daar is meer voor nodig dan alleen deze locatie. We kijken naar het hele gebied: hoe kunnen we connecten met Amsterdam en andere initiatieven in Nederland? Hoe kunnen we connecten met gaming huizen, sporthotellen, een esports-hotel, een complete infrastructuur zodat je echt een nationaal trainingscentrum krijgt? Dat is de stip op de horizon.”